afb. A.F.A.M. Wetzer, 6 februari 2015
Aan de kant van de bewaakte fietsenstalling van de Sint-Jan vond op Allerzielen van 2 november 2011 een plechtigheid plaats. Vierhonderd geraamtes, afkomstig van het voormalige Sint-Janskerkhof, werden bijgezet in een niet meer gebruikte brandweerkelder van de kathedraal. Na jarenlang wetenschappelijk onderzocht te zijn geweest, kregen de menselijke resten met de inzegening hun laatste rustplaats. Op het noordoostelijk deel van het gewezen kerkhof van de Sint-Jan stonden, ten behoeve van restauratie, zes bouwloodsen. Na afbraak van de houten hangaars - begin tachtiger jaren van de vorige eeuw - zou later op deze plek het huidige Museum De Bouwloods worden neergezet. Van 25 juni tot 25 augustus 1984 verrichtte de Archeologische Dienst van de gemeente 's-Hertogenbosch (nu: afdeling Bouwhistorie, Archeologie en Monumenten, BAM) een opgraving. Binnen de proefsleuven op het vroegere noordoostelijke grafveld, drie vlakken van ongeveer 12 x 12 meter, werden 421 primaire begravingen geďdentificeerd. Wetenschappelijk onderzoekHet kerkbestuur gaf toestemming voor wetenschappelijk onderzoek, mits de geraamtes naderhand zouden worden herbegraven. Op grond van archiefgegevens en C14-dateringen (vaststellen ouderdom van organisch materiaal met behulp van koolstof-14) kon een enkel skelet worden bepaald rond het midden van de 15e eeuw. Verreweg de meeste geraamtes echter bleken te dateren uit de late 18e en eerste helft van de 19e eeuw. Het noordoosten van het noordoostelijk deel van het kerkhof, de plaats die het verst van het hoofdaltaar verwijderd was, genoot de minste populariteit. Op die plaats kwamen de mensen met de laagste sociale status terecht. Dit waren krankzinnigen, soldaten, bedeelden, ongeschoolde arbeiders, ter dood veroordeelden, vreemdelingen en ook kinderen. Op een aantal lijken is destijds lijkschouwing verricht, getuige opengezaagde schedels. Waarschijnlijk gaat het om geestelijk gestoorden - of mensen die hiervoor doorgingen - afkomstig uit het krankzinnigengesticht Reinier van Arkel. Alle botmateriaal is fysisch-antropologisch onderzocht op leeftijd, geslacht, leefwijze, gezondheidstoestand en doodsoorzaak. Vast is komen te staan, dat de 400 overledenen in armoede leefden. Velen hadden kromme beenderen, hetgeen kan wijzen op een tekort aan vitamine D, dat kan leiden tot rachitis (Engelse ziekte). Ze werden vaak onzorgvuldig in een greppel gelegd. Er waren ongeveer evenveel mannen als vrouwen begraven. Kinderen werden - naar gebruik | 20 |
van die tijd - aan de zijkanten van de dodenakker ter aarde besteld. De doden werden in die tijd bijgezet met een rozenkrans in de handen, vaak afkomstig uit verre bedevaartsoorden.BrandweerkelderBij het zoeken naar een geschikte locatie voor herbegraving, kwamen kerkbestuur en gemeente uit bij een niet meer gebruikte kelder naast de Sint-Jan, op het terrein van de fietsenstalling. In deze ondergrondse bergplaats was een pomphuisje met een brandweerinstallatie. Tot 2004 was de brandweer bij een eventuele brand in de kathedraal voor het bluswater aangewezen op grondwater, opgepompt via de kelder. Tegenwoordig beschikken brandweerauto's zelf over een krachtige pomp. Andere pompen zijn dan een zwakke schakel. Bij brand in de Sint-Jan rijden blusauto's naar de Hinthamerstraat, ter hoogte van de Muzerije. Achter de poort is een brandkraan. Daar kunnen slangen zo op aangesloten worden. De blusauto fungeert als pomp. Mocht meer water nodig zijn, dan kunnen ook via In den Boerenmouw slangen uitgelegd worden naar de Binnendieze. In 2005 is in de Sint-Jan de brandbeveiliging vernieuwd met een sprinklerinstallatie.GedenksteenOp 24 oktober 2011 werden de twee metalen deksels, die toegang gaven tot de kelder, geopend. Een graafmachine maakte de openingen verder vrij. Medewerkers van de BAM brachten vervolgens honderden dozen, met daarin de stoffelijke resten, de kelder binnen. Op 2 november 2011 (Allerzielen) werd met een eenvoudige plechtigheid de herbegraving van de 400 overledenen gevierd. Plebaan Gertjan van Rossem zegende hun nieuwe, laatste rustplaats in. Een eenvoudig kruis van zes donkergrijze stoeptegels op de plek van de fietsenstalling markeert de ligging van de crypte. Een natuurstenen gedenksteen is nog in de maak. Daarop komt de volgende tekst te staan: Op deze plek liggen 400 Bosschenaren begraven wier stoffelijke resten in de eerste helft van de 19e eeuw op het Sint Janskerkhof aan de aarde werden toevertrouwd. Dicht bij de Zoete Moeder wachten zij op de wederkomst van de Heer. Verder wordt een tekst opgenomen uit Openbaring 14, 13. "Zalig de doden die in de Heer sterven, van nu af aan. Ja waarlijk", zegt de Geest. "Laat hen uitrusten van hun moeiten, want hun daden vergezellen hen". | 21 |
Bronnen | |
• | Marcel Portegies: Dood en begraven in 's-Hertogenbosch, 1999 |
• Ruim 400 skeletten worden eind dit jaar bijgezet in niet meer gebruikte brandweerkelder bij de Sint-Jan. • Gemeente komt hiermee afspraak met kerkbestuur na. • Gedenksteen op of bij kelder na herbegraving. Het kerkhof van de Sint-Jan
|
2011 |
Skeletten gaan brandweerkelder in• Ruim 400 skeletten worden eind dit jaar bijgezet in niet meer gebruikte brandweerkelder bij de Sint-Jan.• Gemeente komt hiermee afspraak met kerkbestuur na. • Gedenksteen op of bij kelder na herbegraving.
Wim Hagemans | Brabants Dagblad woensdag 25 mei 2011
|
|
2011 |
Ronald van GenabeekSkeletten Sint-Janskerkhof herbegravenBossche Bladen 4 (2011) 138-139 |
1999 |
Marcel PortegiesDood en begraven in 's-Hertogenbosch : Het Sint-Janskerkhof 1629-1858Uitgeverij Matrijs | Utrecht 1999 | ISBN 90 5545 142 0 |
H.W. Boekwijt en H.L. Jansen, Bouwen & wonen : In de schaduw van de Sint Jan (1997) 48-139, 241-252
H.W. Boekwijt en H.L. Jansen, Kroniek : Bouwhistorisch en archeologisch onderzoek (1988) 72-74, 77, 125-149
Ronald van Genabeek, Eddie Nijhof en Frederike Schipper, Stad op de schop (2019) 141, 152, 187, 192, 193, 198, 199, 200, 268, 299, 451, 484, 624, 668, 669, 674, 675, 676, 677, 678, 690